Interview Roger Diener
In de meeste gevallen opteert u voor de zachtaardige verandering van een site. Toch lijken de torens die het Eilandje zullen markeren, daar straks te staan als uitroeptekens en niet zozeer als kleine komma’s. Waarom dat grootse gebaar?
Roger Diener: “Omdat het op die site op z’n plaats is. De torens op het Eilandje illustreren perfect de spagaat die we als architect voortdurend maken. Aan de ene kant poogt dit project zo veel mogelijk van de geest van de bestaande site te bewaren. De torens dragen de erfenis van de industriële havenwijk die het Eilandje altijd was in zich. Door te kiezen voor woontorens beperk je de voetafdruk van het nieuwe tot een minimum en krijgt het bestaande alle ruimte om te getuigen van wat geweest is. Het onmiskenbaar hedendaagse karakter van de architectuur van de woontorens verwoordt dan weer de radicaal andere visie op wat deze site moet worden: een bruisend en schitterend nieuw deel van de stad. Ik denk dat geen ander ontwerp beter deze twee krachten had kunnen bundelen. (Lacht) En het vreemde is dat ik niet weet of ik zelf op het idee zou gekomen zijn om op het Eilandje woontorens te bouwen. Maar toen ik het zag, wist ik meteen dat ze de best mogelijke oplossing waren.”
Aanvankelijk wilde u de horizontale lijn van de arbeidershuisjes die het Eiland afboorden verticaal vertalen in de torens door van de appartementen kleine huisjes te maken. U stapte hiervan af. Waarom?
Roger Diener: “Iedere stad heeft een eigen wooncultuur. Als architect ben je niet de nederige dienaar van die wooncultuur, maar je moet ze wel kennen en onderzoeken om er eventueel rekening mee te houden. Het idee om van de appartementen een soort op elkaar gestapelde huizen te maken, bleek te ver af te staan van wat eventuele bewoners gewend waren. Ofwel druk je dan je visie door, ofwel pas je je ontwerp aan. Wij hebben voor het tweede gekozen. We tekenden meer traditionele flats zonder af te glijden naar een banale kopie van het typische appartement. Het is noodzakelijk om te sleutelen aan wat de mens gewend is, anders zou je altijd hetzelfde klakkeloos blijven herhalen. Voor ons is het belangrijker om te begrijpen waarom een bepaalde wooncultuur bestaat. Op die manier kun je de meest essentiële elementen ervan eruit lichten om ze op een verrassende wijze te hergebruiken. En dat hebben we gedaan.’’
Woontorens kunnen bijzonder elegant zijn, maar creëren ook extra uitdagingen. Hoe vermijd je bijvoorbeeld dat een woontoren op den duur wegkwijnt in isolement?
Roger Diener: “Ondertussen hebben we geleerd uit het verleden. Aanvankelijk werden veel van die torens gebouwd enkel en alleen om in te wonen. ’s Avonds was iedereen thuis; overdag heerste de eenzaamheid. De openbare ruimte rond die torens werd verwaarloosd want niemand voelde zich verantwoordelijk. Er was geen aanleg, geen plan, geen visie. Ieder urbanisatieproject staat of valt met zijn relatie tot de stad waartoe het behoort.”
“En daar hebben de woontorens op het Eilandje een absolute meerwaarde; ze staan heel duidelijk in verbinding met de stad. Concreet door een tramlijn, meer symbolisch doordat ze een soort toegangspoorten vormen. Dit project draagt zo prestige in zich. Mensen zullen bewust kiezen om hier te wonen. Omwille van het uitzonderlijke uitzicht en het unieke van de plek. De architectuur van de woontorens vormt de kers op de al bijzondere taart.’’
De kers op de taart’: soms lijkt het wel alsof u de architectuur zo veel mogelijk probeert weg te cijferen. Is uw handtekening dan niet belangrijk?
Roger Diener: “Ik geloof dat in een stad ieder gebouw zijn rol speelt en dat het geen andere rol moet opeisen. Door een economische wetmatigheid en door een verlangen om het grote verschil te maken, worden architecten tegenwoordig naar allerlei extremiteiten geduwd. Als het niet buitengewoon speciaal is, wordt er niet over gesproken en geschreven. Alsof enkel dat soort projecten een plaats in de architectuur verdient. Ik krijg veel meer voldoening door in een hoekje van een stad aan een gebouw te sleutelen dat op alle manieren in die stad past. Een ego heb je daarvoor niet nodig. Enkel het verlangen om te ontdekken.”
En heeft u veel ontdekt aan de Westkaai?
Roger Diener: “Ik ben bijvoorbeeld heel blij met de ritmische ordening van de ramen die we hebben gevonden. Kijk: het is altijd een groots moment om een locatie voor de eerste keer te zien. Ook al ontsnap je nooit aan je eigen werkwijze, vaak is dat moment zo sterk dat het al onze ervaringen, verworvenheden en overtuigingen wegvaagt. Dat was ook hier het geval.”